Brief van wethouder Bond aan gemeenteraad met reactie op motie
Aan de raad van de gemeente Edam-Volendam
Geachte raad,
Donderdag j.l. heeft u met de krapste meerderheid het vertrouwen in mij als wethouder opgezegd. Ik heb toen aangekondigd dat ik daar uiterlijk op maandag 27-8-2007 schriftelijk op zou reageren. Hierdoor los ik die belofte in.
De motie die u hebt aangenomen had als motivering enkele uitspraken van mijn kant over een zeer gevoelig onderwerp: de veiligheid in en rondom de horeca tijdens de aankomende kermis. Ik had voor donderdag al aangegeven dat de door mij gebruikte formulering onbedoelde bijeffecten kon hebben en had daarvoor ook al mijn verontschuldigingen aangeboden. Ik hoop niet dat daardoor de indruk is ontstaan dat ik niet meende wat ik heb gezegd. Ik meende het wel en het is ook waar. Iedereen weet dat.
Tijdens de vergadering van donderdag is gebleken dat de indieners van de motie geen debat wilden over de motivering. Blijkbaar durfden de indieners dit niet aan. Ik denk dat vrij snel gebleken zou zijn dat die motivering ondeugdelijk was voor een zwaar middel als het opzeggen van het vertrouwen in een wethouder. Zoals later tijdens dezelfde vergadering nog bleek, dat de heibel die de VVD en het CDA in koor met de horeca over de kermismaatregelen maakten, nergens op gebaseerd was.
Het lijkt erop dat alleen het beoogde doel van de motie voor de indieners belangrijk was: wethouder Bond moet op zijn donder hebben en als het even kan weg. Het valt anders niet uit te leggen dat het onderwerp waar het over ging, het veiligheidsbeleid rondom de horeca en de kermis, door diezelfde krapste meerderheid van de raad pas na de vertrouwensmotie werd behandeld.
De vraag blijft natuurlijk wat de echte motieven zijn. Daarvoor is debat nodig of onderzoek. Ik start hier in ieder geval het debat.
Na de brand ging er een schokgolf door Nederland. Het moest anders omdat de veiligheid in de horeca niet gewaarborgd was als gevolg van ondernemers voor wie voorschriften dode letters waren en een daarbij gebrekkig opererende overheid. Er is een oerwoud geofferd voor het afdrukken van de vele rapporten die daarover zijn geschreven. De regels werden nog iets aangepunt en nu kan iedereen rustig gaan slapen.
Niets is minder waar, de praktijk is namelijk weerbarstig, zo ook in Edam-Volendam. Het blijkt dat bepaalde horecaondernemingen regelgeving best vinden zolang maar niet echt wordt gecontroleerd of ook aan die regelgeving wordt voldaan. De horeca was al maanden op de hoogte van de kermismaatregelen maar liet weinig van zich horen. Pas toen duidelijk werd dat de gemeente dit jaar niet zoals gebruikelijk op vrijdag van kermis de deur achter zich zou dicht trekken om zelf feest te gaan vieren, barstte de bom. Echte controle? Dat was niet de bedoeling!
Vanuit de horeca werd een hetze opgestart tegen het beleid en wethouder Bond werd gekozen als mikpunt. Het ging zelfs zover dat bij monde van haar lokale voorzitter, en gesteund door Horeca Nederland, een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken rondom het beleid en de ontwikkeling daarvan werd gegeven. Er verschenen grote artikelen in de pers vol met leugens. Er is zelfs een posteractie gehouden om mij persoonlijk te schaden. Niet algemeen bekend is nog dat rondom een horecazaak waar de voorzitter van Horeca Edam-Volendam zeer nauw bij betrokken is een onderzoek liep t.a.v. de veiligheid op de bovenverdieping en dat dit onderzoek zeer waarschijnlijk zou leiden tot een behoorlijke inperking van het toe te laten aantal personen op die bovenverdieping. Het was de voorzitter van Horeca Edam-Volendam bekend dat ik dat onderzoek op de voet volgde en dat ik zou aandringen op onmiddellijke aanschrijving zodra de uitkomsten op papier zouden staan. Ondanks de hetze tegen het collegebeleid in het algemeen, en het oproepen van een totaal verziekte sfeer tegen mijn persoon, is dit nu uiteindelijk toch gebeurd.
Blijft natuurlijk de vraag hoe het heeft kunnen gebeuren dat na een ramp op de tweede verdieping van een horecaonderneming waarbij 14 kinderen om het leven kwamen en honderden zwaar gewond raakten, in een andere horecaonderneming jarenlang eenzelfde soort levensgevaarlijke situatie tot op heden voortbestaat. Ook weer een horecaonderneming waarbij die onveilige tweede verdieping populair is bij jonge kinderen. Kinderen die blijkens foto’s op de website van die onderneming ook weer regelmatig jonger zijn dan 16 jaar. Ook blijft de vraag hoe het dan met de gebruiksvergunningen van andere horecaondernemingen zit. Op dit moment loopt daar op mijn verzoek een onderzoek naar, maar ik heb daar een onrustig gevoel over. Dit zijn geen populaire mededelingen maar iemand moet het zeggen. Ik ben ingehuurd om deze gemeente mee te besturen en daar hoort dit ook bij.
De motieven van de voorzitter van de Horeca Edam-Volendam lijken nu wel duidelijk maar de vraag blijft waarom de VVD en het CDA daar zo gretig achteraan zijn gehobbeld. Zonder een publiek debat kom je daar natuurlijk niet echt achter maar ik heb wel vragen over een hele rits van voorvallen waarvan ik er nu nog een zal noemen.
We weten allemaal dat er een onderzoek loopt naar een onregelmatige grondaanbieding door de gemeente aan de Zorgcirkel, waarvan een Volendamse onderneming via een advocaat nu stelt dat deze eigenlijk aan haar is gedaan. Deze grondaanbieding zou, als die gedaan zou zijn aan deze onderneming, deze onderneming onterecht in een positie hebben gebracht waarin ze tientallen miljoenen euro’s onverdiend konden opstrijken. De persoon binnen die onderneming wiens naam veelvuldig in de stukken valt te lezen is die van een voormalig CDA wethouder. Dit is de CDA wethouder die als gevolg van de brand moest vertrekken en een onderkomen vond als directeur projecten bij deze onderneming. In tegenstelling tot de veiligheid in de horeca hoort dit dossier wel tot mijn directe takenpakket en het debat in de gemeenteraad is het juiste middel om te onderzoeken of dit een verklaring is voor de poging van het CDA om mij pootje te lichten.
Tijdens dat debat kunnen dan ook nog een aantal andere zaken langskomen waar ik wat vraagtekens bij heb. Om dat debat mogelijk te maken hebben fractie en bestuur van Recht door Zee mij gevraagd om te wachten met verdere stappen. Vooralsnog volg ik dit verzoek op.
Persoonlijk noot
Tijdens de rampnacht was ik vrijwel vanaf het begin aanwezig in het gewondennest “de Kakatoe”. Ik ben daar tot het einde gebleven. Wie wil weten wat zich daar heeft afgespeeld verwijs ik naar de uitvoerige verslagen die daarover zijn gemaakt. Heel veel zwaargewonde kinderen heb ik van zeer nabij gezien of zelfs aangeraakt. Behalve de indruk die de verwondingen op mij maakte, en het gevoel van machteloosheid, kampte ik die nacht met de vraag: hoe zou ik mij nu voelen als ik nu verantwoordelijkheid zou dragen voor de veiligheidssituatie op de plek van de ramp. Ik heb mezelf daarom gedwongen om tijdens die nacht ook de situatie in het hemeltje in ogenschouw te nemen. Ver daarvoor was ik namelijk ook wethouder in deze gemeente. Die vraag heb ik in die nacht niet goed kunnen beantwoorden. Later heb ik besloten om, wat er ook zou gebeuren in de toekomst, op elk moment pal te staan als ik in de positie zou zijn om een herhaling van een dergelijke ramp te kunnen voorkomen. Als daar strijd voor nodig is dan zal ik die voeren. Ik ben er klaar voor.