Experimenteel systeem volgt slachtoffers rampen

Organisaties die hulp verlenen bij rampen, werken samen met bedrijven aan een systeem om slachtoffers te kunnen volgen. Ziekenhuizen krijgen daardoor sneller inzicht in de toestand van een patiënt en autoriteiten weten precies waar iemand terecht komt, zodat ze dat ook tijdig kunnen doorgeven aan verwanten.

Dat bleek vandaag op een congres in Utrecht over innovaties in de rampenbestrijding. Ziekenhuizen, ambulanceorganisaties en een traumacentrum in de regio Utrecht experimenteren sinds vorig jaar met het volgsysteem, dat KPN samen met andere ict-bedrijven heeft ontwikkeld. De Utrechtse burgemeester Annie Brouwer-Korf toonde zich tijdens de bijeenkomst enthousiast over het systeem.

Het is volgens haar een probleem om slachtoffers te kunnen volgen. Ze herinnerde eraan dat na de cafébrand in Volendam ouders vaak niet wisten waar hun kinderen heen waren gebracht. In april volgend jaar moet een laatste proef uitwijzen of het volgsysteem werkt, zei de burgemeester. Als dat het geval is, zou het volgens haar in heel Nederland moeten worden ingevoerd.

Het is de bedoeling dat een slachtoffer op de plaats van de ramp een label met barcode of chip krijgt. Informatie over zijn toestand, locatie en identiteit kan daar al worden vastgelegd en ondertussen worden geactualiseerd. De gegevens komen in een centrale database, die overal toegankelijk is voor gemeenten, ministeries, politie, brandweer, ambulances, ziekenhuizen en bijvoorbeeld het Rode Kruis.

Het is daardoor ook mogelijk om gewonden efficiënt te spreiden over de beschikbare plaatsen in de ziekenhuizen. Medici in het ziekenhuis weten bovendien precies wie er aan komt en kunnen tijdens het vervoer van de patiënt al gerichte maatregelen treffen, zei O. Talens van het softwarebedrijf In Summa. Een bepaalde score geeft daarbij de ernst van de verwondingen aan. Het systeem is erop gericht om sneller meer informatie te verschaffen, zei Talens.